donderdag 6 december 2007

Dirk Mooij naturalist-amateur


Jeugd
Dirk Mooij is geboren in een arbeidersgezin in Rotterdam in 1900. Zijn vader was een goed vakman, loodgieter en monteur. Zijn moeder was een zeer zorgzame vrouw. Zij zorgde voor elf kinderen. Zijn vader was een echte patriarch, streng maar eerlijk. In die grote gezinnen stonden de kinderen aan de tafel te eten. Pa had de wind er goed onder. Dirk Mooij viel een beetje uit de toon, omdat hij wat minder stevig gebouwd was. Bovendien kon hij erg goed leren. Er werd besloten dat hij dóór mocht leren. Later vertelde hij: “ ik studeerde op een koud zolderkamertje met een rat in mijn borstzak, de staart hing er uit over mijn boeken”. De andere zouden vaklui worden, maar Dirk zou het witte boord dragen! Ook bleek dat hij heel goed kon tekenen en later met zijn studie als boekhouder schreef hij erg mooi, dat was trouwens in dat vak vereist. Hij kreeg werk als jongste bediende bij van Nieveld-Goudriaan & Co., een kustvaartbedrijf, the Black Diamond Line. In Gouda ontmoette hij zijn vrouw Jans Schoenmaker, die uit een familie kwam, die allemaal ondernemers waren. Jans’ vader was bouwer, hij bouwde straten in Kralingen. Het werd een goed huwelijk.

Les van Tielens
Alles leek zo mooi. De baby werd geboren, maar Dirk voelde zich niet gelukkig. Hij voelde zich leeg. Z’n werk betaalde goed, maar hij had er geen passie voor. Hij voelde zich depressief. Jans bedacht toen dat hij iets moest gaan doen. Tekenen kon hij goed en deed hij graag. Hij nam les bij Johan Tielens, een tamelijk bekende schilder. Dirk knapte er helemaal van op. Hij leerde veel van Tielens, maar minstens net zo belangrijk was, dat hij door Tielens met de antroposofie in aanraking kwam. Van huis uit waren ze gereformeerd, de ideeën van Rudolf Steiner beïnvloedde hem zo, dat hij brak met de kerk. Hij werd geroyeerd. Hij moest in die tijd zich de schildertechniek eigen maken en in elk moment van zijn vrije tijd werkte hij daaraan. Toch vond hij nog tijd om van alles te doen voor zijn familie. Hij was de vraagbaak, schreef brieven, hij stond altijd klaar voor hen.

Barendrecht
Er was een grote kloof tussen zijn werk en zijn kunst. Hij bleef toch nog amateur. Deze discrepantie was er misschien de oorzaak van dat hij psoriasis kreeg, en wel in een heel erge vorm. Toch kon hij zijn baan, die goed betaalde niet afstaan. Hij ontwikkelde zich als kunstschilder-amateur. Het woord ‘amateur’ werd steeds minder belangrijk. Hij werd lid van de ‘groep’ een vereniging van antroposofen. In zijn familie en bij kennissen droeg hij zijn ideeën uit. Hij was een geziene figuur, maar zijn gezondheid was slecht. De dokter adviseerde hem ergens anders te gaan wonen, meer op een zandbodem. Na veel verhuizingen kocht hij een huis in Barendrecht. Dat heeft hem en zijn gezin veel goed gedaan.
In de oorlog was het een zegen. Ze misten het bombardement van Rotterdam en de hongerwinter. Door de oorlog hield de scheepvaart op te bestaan. Toen werd hij gedwongen van zijn kunst te gaan leven. Financieël was het moeilijk, maar hij was gelukkig en hij schilderde veel boerderijen en pitoreske plaatjes. Hij zat dan buiten te werken met een klein ezeltje. Hij werkte in opdracht. De schilderijen verspreidden zich in de regio (moeilijk om ze terug te vinden). Om den brode richtte hij met Jans ‘kunstatelier de Brug’ op aan de Barendrechtseweg, waar ook keramiek van potterij Zaalberg en glas uit Leerdam verkocht werd.

De Leemkule
Toen de oorlog voorbij was (1945) ging het atelier achteruit. Voor de financieën moest er wat gebeuren. Hij ging hier en daar administratie doen, maar hield genoeg tijd over om te schilderen. Vakanties werden met het gezin in de bossen doorgebracht. Hij kreeg het plan, om in de bossen te gaan wonen. Hij moest daarvoor een kampeerterrein oprichten. Geld was nodig: ‘Huis verkocht, en het avontuur in’. De kinderen Annie en Henk hadden op zijn aandringen als vak ‘kunst’ genomen. Het kampeercentrum, ‘de Leemkule’ in Hattem liep goed. Medefinanciers kregen het voor het zeggen. Dat beviel hem niet, dus terug naar Rotterdam.

Rotterdam
Hij kreeg daar een heel ongelukkige tijd. Werk moeilijk te krijgen op zijn leeftijd. Les genomen op avondacademie te Rotterdam. Schilderen vlotte niet zo. Hij wilde houten beeldjes maken. Dat deed hij in de kamer tot ongenoegen van Jans. Die beeldjes vonden wel aftrek, maar de arbeid er aan maakte ze onbetaalbaar. Zuinig leven, veel afzien. Werk beneden zijn niveau als concièrge. Toch klom hij weer op en kreeg een functie om een kaartsysteem op te zetten (er waren nog geen computers) voor het bedrijf Nepucris. Ze ontdekten daar zijn talenten, en hij werd nog al eens ingeschakeld voor artistieke zaken. Hij deed aan toneel had een volkstuin, schilderde, en richtte voor zijn zoon Henk in Oud-Delfshaven een kunstatelier op. Dit alles was te veel. Het was dan ook geen wonder dat hij op 60-jarige leeftijd plotseling overleed in 1960.

Naturalist-amateur
Dirk Mooij bleef zichzelf, hij trok zich niets aan van de ontwikkelingen in de schilderkunst. Hij was naturalist, schilderde zo goed mogelijk wat hij zag. Af en toe speelde er een symbolisch trekje doorheen, of soms probeerde hij te schilderen van uit zijn antroposofische gedachten-wereld. Hij wist wel van de stromingen, het expressionisme, o.a. ‘Der Blaue Reiter’ en de abstracten zoals Mondriaan en De Stijl mensen, zoals van der Leck, maar dat negeerde hij. Hij sprak wel met jonge kunstenaars van de Academie, maar dat leidde alleen maar tot heftige discussies. Hij bleef zichzelf, wilde de kunst niet vernieuwen, dus bleef eigenlijk een goede amateur.

Hendrik Mooij Drunen mei 2005

1 opmerking:

Anoniem zei

In mijn bezit is heb ik een aquarel van uw vader (?)zo u wilt kunt u mij bellen op nr 0653751408
groet,
Bernard Witte